wit
ik dacht dat ik sliep, maar ik waak
en zag wat ik nimmer nog zag
de nacht schemert door naar de dag
een lach riep mij terug uit mijn slaap
zij rent voor mij uit en ik zwicht
haar schoonheid als honing zo zoet
zij tovert met eb en met vloed
en al waar zij liep werd het licht