verlangen
Daar was je dan, opeens
Ik wist niet dat
jij het zou zijn tot
ik je zag en nu
Daar ben je dan, opeens
Ik herken je nu
ik je zie
verlangen
Daar was je dan, opeens
Ik wist niet dat
jij het zou zijn tot
ik je zag en nu
Daar ben je dan, opeens
Ik herken je nu
ik je zie
tijd
Tijd is niet onze vijand
maar slechts een toeschouwer
en een goede vriend van mooie herinneringen
herfst
vannacht, toen ik aan ’t zwemmen was
(het water was warm; het zicht was slecht)
zag ik na een poosje de bladeren pas
ze waren zo mooi; ze leken wel echt
één voor één reikte de maan ze aan
bladeren van zilver, dansend in licht
spelend, zich vleiend langs mijn gezicht
tot de ochtend kwam; het was tijd om te gaan
en nu, lieve maan, heb ik je gevonden
herken je gezicht, je stralende lach
zijn onze levens één geworden
en regeren wij samen nacht en dag
30
Water van liefde
als in een regenbui
maar ook in de wolken nog
jaren daarna
Ik zie mensen rennen,
schuilen voor de regen
terwijl iemand zingt:
The more things seem to change
The more they stay the same
Tot ziens, hè, zegt ze dan
Het beste
Liefde zit in de lucht