3 Mei 2008 – We gaan naar Pusan

Vanmorgen was ik al om 07:00 wakker. We zouden om 12:00 naar Pusan vertrekken, maar door allerlei zaken waarop ik geen invloed heb, gingen we pas uiteindelijk om 14:30 naar Pusan. Ik werd een beetje moe van het niets-doen, dus ben ik even een stukje gaan wandelen en ik heb een aantal foto’s genomen van de omgeving waar mijn broer Kuk woont. Voor het archief.

Daarna hebben we de auto van Sergey en de auto van Kuk gewassen, want ze waren vies (?). Uiteindelijk zijn we dan vertrokken naar Pusan. Helaas had Sergey zijn navigatiesysteem ge-update naar een nieuwe versie, alleen had-ie eerst de oude versie verwijderd, zodat de update niet werkte en we zonder navigatiesysteem achter Kuk aan moesten rijden naar Pusan.

In Pusan aangekomen, zijn we eerst naar de vroegere buren van mijn (Koreaanse) opa en oma geweest. Opa en oma (van mijn vaders kant) hebben mijn broer Kuk opgevoed en de buren kennen Kuk nog van vroeger en mij ook. Helaas leven opa en oma niet meer.
Toen ik 18 werd, ontvingen mijn opa en oma een oproep voor mijn militaire dienst, omdat ik nog niet uit het systeem was gewist toen ik geadopteerd werd. Het waren lieve mensen en ze zagen er erg jong, flexibel en gelukkig uit. Dat deed me goed. Ze vertelden o.a. dat hun wijk binnenkort gesloopt zal worden en dat een grote projectontwikkelaar er nieuwe (mooiere) huizen gaat neerzetten. Sergey verzekerde mij dat ze voor een Koreaans prikje kunnen verhuizen naar hun nieuwe huis, dus dat ze erop vooruit zullen gaan. Met die gedachte troost ik mij.

Daarna hadden we een afspraak in een Koreaans barbecue-restaurant. Helaas konden slechts enkel de iets jongere broer van mijn Koreaanse vader komen (met vrouw en kind en kind van het kind) en de jongste zus (Tante Glimlach) van mijn Koreaanse vader.
Al met al was het toch een volle tafel en we hebben heerlijk gegeten.

Daarna zijn we met Kuk en zijn gezin nog even met Tante Glimlach meegegaan. Zij woont vlakbij de zee en we hebben lekker een stukje gewandeld. Daarna hebben we nog iets gedronken aan zee in een tent die Titanic heet. Om die naam moest ik zó lachen, dat ik er meteen een foto van heb genomen (ik wist niet dat we daar nog iets gingen drinken, maar ik vond het erg stoer om je tent Titanic te noemen; dan moet je wel lef hebben. En een ijzeren wil om je tent te laten slagen, ondanks de tegenslagen die je over je afroept als je je zaak Titanic noemt. Ok, ik dwaal af).

Daarna scheidden onze wegen. Kuk en zijn gezin gingen terug naar Yangsan, zodat ze vanavond lekker alleen kunnen slapen. Kees, Sergey en ik zijn per auto (nog steeds zonder navigatiesysteem!) door Pusan getrokken, waar we momenteel in een internetcafé de nieuwste versie van Sergey’s navigatiesysteem aan het ophalen zijn en ondertussen ben ik wat foto’s aan het uploaden en dit verhaaltje aan het schrijven. Het is ondertussen 22:00 geworden in Korea en Sergey’s vriend Jae kan ieder moment per trein aankomen op Station Pusan, om de hoek van ons internetcafé.

Daarna begint onze speurtocht naar een hotel. Het is erg druk met de vakantietijd en de meest voor de hand liggende hotels zijn allemaal bomvol. Dat is een slechte woordkeuze, want ook in Korea staat Veiligheid hoog in het vaandel. Maar goed. Ik dwaal weer af.

Ik zal blij zijn als ik vanavond lekker een kamer voor mijzelf alleen heb. Dat huis van Kuk was toch wel een beetje krap met vijf volwassenen en twee kinderen.

Leuk detail: de familie wil ons nog een keertje ontmoeten. Ik weet niet of dit enkel het tonen van diplomatieke interesse is, of dat ze het echt willen. Ik kon zo 1-2-3 niet iets bedenken, dus heb ik Sergey laten vertalen “don’t call us; we call you”. Op die manier kunnen we het nog even rustig bespreken 🙂

Van Tante Glimlach voel ik dat ze ons werkelijk nog een keer wil ontmoeten. Ze is een lief en warm mens en het klikte wel.