4 Mei 2008 – We gaan naar Ansan

Pfff! Het is kwart over vier ’s nachts en we zijn net pas aangekomen in Sergey’s nieuwe huis in Ansan, vlakbij Seoul.

Terwijl mijn foto’s staan te uploaden naar Flickr, kan ik alvast een stukje schrijven over de afgelopen nacht en de afgelopen dag (en de daarop aansluitende nacht!).

Eens kijken… Waar zal ik beginnen?

Gisteravond kwamen we laat aan in Pusan. Sergey’s vriend Jae is per trein vanuit Seoul gekomen en we hebben in het internetcafé wat zoekwerk gedaan naar hotels, maar we kwamen er helaas niet uit. De hotels die we gebeld hadden waren al vol vanwege de vakantie in Korea.

We besloten daarom om gewoon in de auto te stappen en te improviseren. Uiteindelijk kwamen we bij Cosmotel uit. Op de 7e en 8e etage van een hoog gebouw, waar we beneden luid de discodreun van een nabijgelegen discotheek hoorden en tussen de begane grond en de 7e etage zat een Room Salon, een soort van lokale Red Light District.

Toen we bij Cosmotel aankwamen, waren de twee dames die de boel runden in rep en roer. Ze hadden wel kamers, maar we moesten contact betalen. Onze vermoedens bleken waar. Dit hotel werd meestal per uur geboekt en niet per nacht. We betaalden 60.000 Won per kamer (ongeveer USD$60; tegen de huidige koers een euro of 30; nee hoor, grapje. Ik schat een euro of 40 à 45) maar evengoed niet duur en we waren allang blij met een bed. Kees was er helemaal mee aan en dook onmiddellijk zijn bed in.
We hebben wel gelachen! Alles staat hier in het teken van seks. Er liggens zelfs condooms op onze kamers en behalve de minibar, hebben we ook een brede keuzemogelijkheid uit allerlei soorten crème, glijmiddelen en olie 🙂 Wat een fout hotel!

Sergey, Jae en ik zijn nog op pad gegaan. Ons hotel zat vlakbij de kust, waar ook een leuke promenade was en waar je heerlijk kon… Eten! Overal waren sea food restaurants met op de eerste verdieping gezellige terrasjes. Bij ieder tentje stonden mensen om je naar binnen te lokken en uiteindelijk zijn we gezwicht voor de Indiaan. Een Koreaan met vlechtjes. We hadden al besloten om geen plek uit te zoeken waar het te rustig was, uit vrees voor een voedselvergiftiging.

De tent van de Indiaan zag er goed uit en we hebben heerlijk gegeten en gepraat over de dag.
Na heel wat schelpen op de barbecue en de nodige soju (een soort Koreaanse wodka) zijn we uiteindelijk teruggegaan naar het hotel. Toen ik onder de douche vandaan kwam, zag ik dat het buiten alweer licht werd. Het was een uur of 4:30.

De volgende dag (diezelfde dag, dus) waren we allemaal min of meer rond een uur of 13:00 wakker en zijn we op zoek gegaan naar ontbij langs diezelfde promenade. Daarna zijn we naar Yangsan gereden om afscheid te nemen van mijn broer Kuk en zijn gezin.
Van Yangsan zijn we naar Taegu gereden, waar Sergey tijdens nog een tijd gewoond heeft, toen hij medicijnen studeerde. In Taegu is een geweldig barbecuerestaurant, waar hij eerder met Cindy, Gertjan, Miranda en Michiel heeft gegeten (en zij vonden het erg lekker!). Tijdens ons heerlijke diner viel het licht uit. Gelukkig niet overal (ik moest al denken aan het vlees dat ongetwijfeld ergens in een koeling lag en aan de reactie van het personeel te merken was die niet de eerste keer, maar gelukkig was alleen het licht boven onze tafel uit, dus ze hadden het wel slim ingedeeld met groepen enzo). Er kwamen kaarsen op tafel en we hebben de rest van het diner heerlijk romantisch doorgegeten. Af en toe kwam er iemand met een zaklamp bijschijnen als we wilden weten of het vlees al gaar was 😉 Rare Koreanen!

Uiteindelijk zijn we met Sergey’s auto van Taegu naar Ansan gereden, waar we dus diep in de nacht aankwamen. Ik hoor Sergey nog zeggen: “We kunnen na Yangsan nog wel naar Taegu en dan nog naar Kyongju; dat ligt immers dicht bij elkaar. En daarna naar Ansang”. Ik zei toen tegen hem: “Ik heb de indruk dat dat wel erg veel is voor één dag”, maar Sergey zei: “Ach, het ligt dicht bij elkaar en we hebben genoeg tijd!”. Ik dacht toen al dat het enigszins ambitieus was en dat bleek juist, want het is momenteel tien over half vijf ’s nachts. Iedereen is al naar bed, maar ik ben nog (zoals ik vóór mijn vertrek gescherend had voorspeld, nog tot diep in de nacht achter mijn laptop mijn dagverslag aan het maken). Ik hóór het hem nog zeggen, terwijl ik inmiddels weet dat tijd niet rekbaar is, zelfs niet voor Koreanen.

Anyways. Voordat we naar mijn broer gingen in Yangsan, hadden we ons voorgenomen om niet langer dan een uurtje te blijven. Het eerste contact verliep wat stroef en ik wilde de zaken niet moeilijker maken voor mijn broer dan noodzakelijk. Het deed me goed om te zien dat ze er beter uitzagen dan de eerste paar dagen dat we bij ze logeerden, maar ik denk dat ze gisteren (eergisteren, inmiddels) ondanks de late terugreis evengoed een lekkere nacht hebben gemaakt in de privacy van hun eigen gezin. Ik kan het vandaag aan hun gezichten zien; die nacht had ze goed gedaan! Uitstekende keuze, dus.

Vlak voordat we weg wilden gaan viel er opeens een kwartje bij mij. We konden wel rustig weggaan, maar we hadden eigenlijk niets bijzonders besproken, we hadden alleen maar vriendelijk en beleefd naar elkaar gelachen en over koetjes en kalfjes gepraat.

Ik besloot dat – nu we er toch waren – er ook wel wat serieuzere zaken konden worden besproken en ik gooide de knuppel in het hoenderhok. “Wil mijn vader mij eigenlijk wel ontmoeten, als het allemaal zo moeilijk is?”, vroeg ik aan Kuk. Ja, dat wilde hij wel, maar ik moest ook begrijpen dat het moeilijk was voor mijn vader om zijn schaamte over het verleden aan de kant te zetten en daarom wilde mijn vader niet naar de familiebarbecue komen. Ik begreep dat wel, maar als zijn zoon helemaal uit Nederland komt om hem te bezoeken, dan moet-ie wel met een beter verhaal aankomen dan dat. Ik zei, dat het tijd is om beslissingen te nemen. Zet die schaamte dan even aan de kant en doe gewoon je best. Ik heb de eerste stap genomen door naar Korea te komen.

De druk nam toe en Kuk liep tussendoor weg om even rustig tot tien te tellen. Ik bleef kalm, terwijl ik tegelijkertijd scherp oplette wat er tussen de Koreaanse gesprekken en de Engelse vertaling door allemaal gebeurde. Ik sloeg iedere gezichtsuitdrukking op en ik was vastbesloten om met meer thuis te komen dan alleen maar dat het te moeilijk was om het verleden te accepteren!

Gelukkig was Jae er ook, dus Sergey en Jae konden allebei tegelijkertijd praten, interpreteren en vertalen; ieder met hun eigen stijl. Dat was prettig.

Tot slot vroeg ik aan Hyon-Ju, wat zij van de situatie vond. Zij kent mijn broer Kuk immers beter dan ik en ik kreeg de indruk dat Kuk zich onbegrepen voelt, omdat hij geen liefde van zijn ouders heeft meegekregen en zijn vrouw wel. Ikke gelukkig ook, maar ik vertelde dat als het nog steeds zo moeilijk is om over het verleden te praten of na te denken, het zeker niet helpt om je gevoelens te onderdrukken. Als er iemand is, met wie hij kan praten, dan ben ik het misschien; tenslotte delen we hetzelfde verleden, alleen is het voor mij anders afgelopen dan voor hem.

Nou ja. Na een hoop emoties zijn hebben we uiteindelijk afscheid genomen. Het bleek dat er nog een tante is, die een zus is van mij inmiddels overleden Koreaanse moeder. Kuk heeft haar gebeld, omdat hij zei dat hij wel goed contact met haar had, maar nadat hij haar gesproken had, vertelde ze dat ze, hoewel ze zich mij kan herinneren, ze mij niet kent en het allemaal zo lang geleden is, dus dat ze mij liever niet wil ontmoeten.

Ik leg uit dat het niet de bedoeling was om haar onder druk te zetten, maar dat we slechts op zoek zijn naar een eerste contact. Pas als dat eerste contact goed uitpakt, kunnen we eventueel kijken of we haar kunnen ontmoeten, maar dat gaat nu dus niet meer. Ze vertelt ook dat haar man recentelijk is overleden en dat haar hoofd er niet echt naar staat. Kuk wist dit niet, dus zo goed is zijn contact ook weer niet met haar.

Als we afscheid nemen, vragen we Kuk of hij ons een lijst van telefoonnummers en/of adressen kan geven van de familie die nog leeft. We vragen hem nadrukkelijk niet om zijn oordeel over onze wens om in contact te treden met ze, maar gewoon de gegevens en dan proberen we zelf Рop onze eigen manier, met onze eigen diplomaat Рcontact met ze te krijgen. Kuk legt uit, dat voordat hij hun gegevens aan ons geeft, hij eerst toestemming wil vragen aan de betreffende familieleden. Daar stemmen we mee in. Ik hoop dat we er nog iets van horen. Als er nog maar ̩̩ familielid is dat zo enthousiast en warm is als Tante Glimlach, dan is de hele missie niet voor niets geweest.

Het is mooi geweest en we nemen afscheid van Kuk en zijn gezin.

Tot slot: Sergey heeft een fantastisch luxe-appartement, maar daarover de volgende keer meer. Het is zó laat en ik ben zó bekaf, dat ik eerst ga slapen; ik heb niet eens meer de moeite genomen om foto’s te maken. Als straks bij daglicht de boel er net zo mooi uitziet als vanavond bij nachtlicht, dan zul je versteld staan van de foto’s van zijn appartement en de bijzonder fraai verzorgde omgeving. Ik ga hem helemaal uithoren over hoe deze gebouwen er gekomen zijn, wie ze onderhoudt etc, etc. Sergey heeft trouwens internet en een draadloze router, maar hij vraagt of ik hem wil helpen met het installeren, want momenteel werkt het niet draadloos. Binnen tien minuten heb ik uitgedokterd hoe het moet, ondanks de Koreaanse interface van zijn draadloze router. Ook hier in Korea kunnen ze mijn kennis goed gebruiken!

Oei, het wordt alweer licht…

Ik zoek de Koreaanse wol op. Anyong haseyo!