6 Mei 2008 – Een rustig dagje

Vandaag werkt Sergey. Kees en ik staan rustig op, waarna Jae het ontbijt voor ons heeft klaarstaan. Niet lang daarna waarschuwt Jae ons dat Sergey rond 13:00 thuis komt en hij vraagt wat we voor lunch willen.

Kees blijft vandaag lekker thuis en Jae en ik gaan winkelen in Myong Dong. Ik wil wat kleding kopen en misschien een tas voor mijn Filofax. Sergey gaat na de lunch weer terug aan het werk.

Ik wilde bewust eens een keertje niet met de auto, maar met het openbaar vervoer. Kijken hoe de Koreanen zich verplaatsen. De auto is met de vakantiedrukte sowieso geen handig vervoermiddel. Jae en ik lopen naar de bushalte, niet ver bij Sergey’s appartement vandaan.

Als we in de bus zitten, bekent Jae dat hij zijn kleingeld-portemonee is vergeten. Jae heeft een abonnement, maar ik moet voor 1.000 won (ongeveer USD$ 1) een kaartje kopen voor de bus. Ik heb helaas alleen een muntje van 500 won en anders wordt het een biljet van 5.000 won. De buschauffeur kan niet wisselen en uiteindelijk vindt de chauffeur het prima. Ik mag voor 500 won blijven zitten. Hoera!

Ik leg uit aan Jae dat het in Nederland zo niet werkt. Als je geen kaartje kan kopen, dan ga je maar lopen (dat rijmt)! Maar onze buschauffeurs hebben wel terug van vijf euro…

Na de bus pakken we de metro. Als we in de metro zitten, komt er een groep Koreaanse schoolmeisjes in uniform binnen. Ze zien er keurig uit, alleen dragen ze onder hun uniform… sportschoen! Adidas, Nike, Converse; het ziet er niet uit in combinatie met die strenge uniformen. Ik maak foto’s van hun voeten, maar Jae waarschuwt mij dat je in Korea gearresteerd kunt worden voor hett fotograferen van mensen. Ze kunnen je aanklagen wegens seksuele intimidatie. Ok, dat weet ik dan ook weer. Ik zal ze stiekem fotograferen. Met een glimlach zeg ik tegen Jae dat, als ik opgepakt word door de Koreaanse politie, hij maar in het Koreaans moet uitleggen dat ik slechts een onschuldige voetenfetisjist ben en dat ik foto’s heb om dat te bewijzen 😉

Gelukkig word ik niet opgepakt, dus het loopt allemaal weer goed af. Maar een gewaarschuwd mens telt voor twee!
In de metro spreekt Jae zijn zorgen over Kees uit. Kees heeft geen sleutel van het appartement en ze hebben ook geen eten voor Kees geregeld. Ik stel Jae gerust; Kees heeft in de afgelopen dagen voldoende reserves opgebouwd en hij zal heus niet verhongeren. Ik heb trouwens ook voldoende reserves opgebouwd, dus we eten overdag weinig. Het is wel eens lekker om een dagje te consuminderen. We nuttigen alleen een ijsje, een ijsthee en een flesje appelsap.

Na het winkelen komt Sergey ons weer ophalen met de auto. We rijden naar huis, waar we Kees oppikken. Hij is inderdaad niet gestorven van de honger (gelukkig, maar!) en hij heeft lekker gelezen. Ik had van Marianne Schönbach “Huis van de schildpadden” meegekregen (auteur: Annette Pehnt, Uitgeverij Contact, ISBN: 9789025422561). Bedankt nog, Marianne! Kees vond het een mooi boek en ik ga het nog lezen.

Daarna gaan we met z’n allen uit eten. Ik trakteer vanavond, als we maar niet bij een barbecue-restaurant gaan eten. Sergey stelt Alaska voor. Daar kun je uit allerlei eten kiezen en er is een grote verscheidenheid aan verschillende gerechten. So Alaska it is!
Het is warm in Alaska. Warmer dan ik dacht, maar het eten is erg lekker.

We gaan op tijd naar huis (we zijn om 22:00 thuis) en Kees gaat vroeg naar bed, terwijl ik mijn foto’s en weblog ga bijwerken.
Het programma voor de rest van de week:
Woensdag gaan Kees en ik winkelen met Park. Hij komt ons morgen om 10:30 ophalen.
Donderdag ontmoeten we mijn Koreaanse vader.
Vrijdag heeft Sergey een uitje met zijn werk. Misschien gaan we met hem mee! Het is een leuk uitje met de nodige kado-mogelijkheden voor moeders… Ik zeg niets!

Welterusten en tot morgen!

5 Mei 2008 – Kinderdag!

Vandaag was heel Korea vrij, omdat het Kinderdag was.

Eerst hebben we allemaal heerlijk uitgeslapen en daarna hebben we met z’n allen lekker ontbeten. Daarna heeft Sergey mijn Koreaanse vader gebeld om te kijken of we tot een planning van de komende week konden komen. Toen Sergey ophing, vertelde hij dat mijn Koreaanse vader zei dat we hem niet konden ontmoeten, omdat er geen vliegtickets meer waren! Diplomatiek voegde Sergey eraan toe, dat hij online had gezocht naar tickets van Cheju (het eiland waar mijn Koreaanse vader woont) naar Seoul en dat er genoeg vluchten waren.

Ik schrok van het schijnbaar eenvoudige excuus waarmee mijn Koreaanse vader onze ontmoeting wilde wegwuiven en ik dacht na.
“Als je hem nou eens terugbelt en hem vertelt dat je goed nieuws hebt en dat je tickets hebt gevonden?” vroeg ik Sergey. Als hij niet naar ons toe wilde komen, dan wilde ik wel naar hem toe, maar ontmoeten zou ik hem. Daarvoor was ik tenslotte naar Korea gekomen! Ik was niet van plan me zo eenvoudig met een kluitje in het riet te laten sturen.

Toen Sergey hem aan de telefoon had, fluisterde ik: “Als het om geld gaat, dan betalen wij zijn ticket, maar we zullen hem ontmoeten”. Dat bleek niet nodig, want Sergey vertelde achteraf dat er in het weekend geen tickets waren vanwege de vakantie en mijn broer Kuk had mijn Koreaanse vader verteld dat we een druk reisschema hadden met allerlei afspraken. Hij (mijn Koreaanse vader) wilde zich niet opdringen en ons schema verstoren. Toen Sergey hem had uitgelegd dat onze Koreareis als hoofddoel had om hem te ontmoeten, bleek het opeens wel mogelijk en toen Sergey ophing, hadden we een afspraak voor aanstaande donderdag 8 mei 2008 om 12:00 op Kimpo International Airport!

Hoera! Goed gedaan, Sergey! Er viel een last van mij af. Dat was tenminste geregeld. Nu maar hopen dat-ie komt…

Het schema voor deze week ziet er als volgt uit:
Maandag: Kinderdag, waarover straks meer.
Dinsdag werkt Sergey en trekken Kees en ik er samen op uit.
Woensdag gaan we shoppen met Park.
Donderdag ontmoeten we mijn Koreaanse vader!
Vrijdag gaan we op stap met Jae. We wilden eerst woensdag en donderdag met Jae naar Sorak Mountain gaan, maar de ontmoeting met mijn Koreaanse vader gaat natuurlijk voor.
Zaterdag en zondag hadden we vrijgehouden voor de ontmoeting met mijn vader of een ontmoeting met Tante Glimlach.
Maandag vertrekken we alweer om 11:25 naar Hong Kong.

Goed. Volgende punt op de agenda: Kinderdag.
Jae vertelt ons dat zijn zus een tweeling heeft, twee zoontjes van 4 jaar. We gaan ze ophalen, omdat het kinderdag is en we nemen ze mee uit eten. In het restaurant voegt ook Hung (een vriend van Sergey) zich bij ons. Het was wederom een heerlijk diner!

Daarna nemen we de jongetjes (hun Westerse doopnamen zijn Patrick en Daniel; ik zal je hun Koreaanse namen besparen) mee naar een groot warenhuis, waar we een winkelwagen vol Lego kopen en uiteindelijk brengen we de tweeling weer naar huis.

Toen zijn we naar een restaurant gereden dat “A walk in the clouds” heet, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de stad Seoul. Het was er een beetje fris en we zijn niet zo lang gebleven.

Uiteindelijk waren we om 01:15 pas weer thuis. Ik bedenk me dat wij in Nederland in dit soort gevallen toch wel rond een uur of 22:00 thuis willen zijn, maar hier is het anders. Gek genoeg zijn we niet doodmoe van dit soort tripjes en als we tussendoor moe zijn, slapen we gewoon in de auto.

Het was wederom weer een enerverende dag. Ik ben benieuwd waar Kees en ik morgen belanden, als we er samen op uit trekken. Als je ooit in Korea komt, leer dan het volgende zinnetje goed uit je hoofd: Yeo-nun Han-Kuk-mal mod-ham-ni-da, wat “Ik spreek geen Koreaans” betekent. Kees, de broer van Guus Hiddink, zal deze woorden niet nodig hebben, maar ik wel. De Koreanen begrijpen niet dat ik geen Koreaans spreek; ik ben toch een Koreaan??? Dat ik vervolgens in vloeiend Koreaans zeg, dat ik geen Koreaans spreek maakt het natuurlijk niet makkelijker of aannemelijker, maar dan heb ik het ze in ieder geval maar verteld 🙂

We zullen zien. Welterusten, Nederland! Ik spring nog even onder de douche en daarna onder de Koreaanse wol. Morgen probeert Sergey nog een afspraak te maken met Tante Glimlach.

4 Mei 2008 – We gaan naar Ansan

Pfff! Het is kwart over vier ’s nachts en we zijn net pas aangekomen in Sergey’s nieuwe huis in Ansan, vlakbij Seoul.

Terwijl mijn foto’s staan te uploaden naar Flickr, kan ik alvast een stukje schrijven over de afgelopen nacht en de afgelopen dag (en de daarop aansluitende nacht!).

Eens kijken… Waar zal ik beginnen?

Gisteravond kwamen we laat aan in Pusan. Sergey’s vriend Jae is per trein vanuit Seoul gekomen en we hebben in het internetcafé wat zoekwerk gedaan naar hotels, maar we kwamen er helaas niet uit. De hotels die we gebeld hadden waren al vol vanwege de vakantie in Korea.

We besloten daarom om gewoon in de auto te stappen en te improviseren. Uiteindelijk kwamen we bij Cosmotel uit. Op de 7e en 8e etage van een hoog gebouw, waar we beneden luid de discodreun van een nabijgelegen discotheek hoorden en tussen de begane grond en de 7e etage zat een Room Salon, een soort van lokale Red Light District.

Toen we bij Cosmotel aankwamen, waren de twee dames die de boel runden in rep en roer. Ze hadden wel kamers, maar we moesten contact betalen. Onze vermoedens bleken waar. Dit hotel werd meestal per uur geboekt en niet per nacht. We betaalden 60.000 Won per kamer (ongeveer USD$60; tegen de huidige koers een euro of 30; nee hoor, grapje. Ik schat een euro of 40 à 45) maar evengoed niet duur en we waren allang blij met een bed. Kees was er helemaal mee aan en dook onmiddellijk zijn bed in.
We hebben wel gelachen! Alles staat hier in het teken van seks. Er liggens zelfs condooms op onze kamers en behalve de minibar, hebben we ook een brede keuzemogelijkheid uit allerlei soorten crème, glijmiddelen en olie 🙂 Wat een fout hotel!

Sergey, Jae en ik zijn nog op pad gegaan. Ons hotel zat vlakbij de kust, waar ook een leuke promenade was en waar je heerlijk kon… Eten! Overal waren sea food restaurants met op de eerste verdieping gezellige terrasjes. Bij ieder tentje stonden mensen om je naar binnen te lokken en uiteindelijk zijn we gezwicht voor de Indiaan. Een Koreaan met vlechtjes. We hadden al besloten om geen plek uit te zoeken waar het te rustig was, uit vrees voor een voedselvergiftiging.

De tent van de Indiaan zag er goed uit en we hebben heerlijk gegeten en gepraat over de dag.
Na heel wat schelpen op de barbecue en de nodige soju (een soort Koreaanse wodka) zijn we uiteindelijk teruggegaan naar het hotel. Toen ik onder de douche vandaan kwam, zag ik dat het buiten alweer licht werd. Het was een uur of 4:30.

De volgende dag (diezelfde dag, dus) waren we allemaal min of meer rond een uur of 13:00 wakker en zijn we op zoek gegaan naar ontbij langs diezelfde promenade. Daarna zijn we naar Yangsan gereden om afscheid te nemen van mijn broer Kuk en zijn gezin.
Van Yangsan zijn we naar Taegu gereden, waar Sergey tijdens nog een tijd gewoond heeft, toen hij medicijnen studeerde. In Taegu is een geweldig barbecuerestaurant, waar hij eerder met Cindy, Gertjan, Miranda en Michiel heeft gegeten (en zij vonden het erg lekker!). Tijdens ons heerlijke diner viel het licht uit. Gelukkig niet overal (ik moest al denken aan het vlees dat ongetwijfeld ergens in een koeling lag en aan de reactie van het personeel te merken was die niet de eerste keer, maar gelukkig was alleen het licht boven onze tafel uit, dus ze hadden het wel slim ingedeeld met groepen enzo). Er kwamen kaarsen op tafel en we hebben de rest van het diner heerlijk romantisch doorgegeten. Af en toe kwam er iemand met een zaklamp bijschijnen als we wilden weten of het vlees al gaar was 😉 Rare Koreanen!

Uiteindelijk zijn we met Sergey’s auto van Taegu naar Ansan gereden, waar we dus diep in de nacht aankwamen. Ik hoor Sergey nog zeggen: “We kunnen na Yangsan nog wel naar Taegu en dan nog naar Kyongju; dat ligt immers dicht bij elkaar. En daarna naar Ansang”. Ik zei toen tegen hem: “Ik heb de indruk dat dat wel erg veel is voor één dag”, maar Sergey zei: “Ach, het ligt dicht bij elkaar en we hebben genoeg tijd!”. Ik dacht toen al dat het enigszins ambitieus was en dat bleek juist, want het is momenteel tien over half vijf ’s nachts. Iedereen is al naar bed, maar ik ben nog (zoals ik vóór mijn vertrek gescherend had voorspeld, nog tot diep in de nacht achter mijn laptop mijn dagverslag aan het maken). Ik hóór het hem nog zeggen, terwijl ik inmiddels weet dat tijd niet rekbaar is, zelfs niet voor Koreanen.

Anyways. Voordat we naar mijn broer gingen in Yangsan, hadden we ons voorgenomen om niet langer dan een uurtje te blijven. Het eerste contact verliep wat stroef en ik wilde de zaken niet moeilijker maken voor mijn broer dan noodzakelijk. Het deed me goed om te zien dat ze er beter uitzagen dan de eerste paar dagen dat we bij ze logeerden, maar ik denk dat ze gisteren (eergisteren, inmiddels) ondanks de late terugreis evengoed een lekkere nacht hebben gemaakt in de privacy van hun eigen gezin. Ik kan het vandaag aan hun gezichten zien; die nacht had ze goed gedaan! Uitstekende keuze, dus.

Vlak voordat we weg wilden gaan viel er opeens een kwartje bij mij. We konden wel rustig weggaan, maar we hadden eigenlijk niets bijzonders besproken, we hadden alleen maar vriendelijk en beleefd naar elkaar gelachen en over koetjes en kalfjes gepraat.

Ik besloot dat – nu we er toch waren – er ook wel wat serieuzere zaken konden worden besproken en ik gooide de knuppel in het hoenderhok. “Wil mijn vader mij eigenlijk wel ontmoeten, als het allemaal zo moeilijk is?”, vroeg ik aan Kuk. Ja, dat wilde hij wel, maar ik moest ook begrijpen dat het moeilijk was voor mijn vader om zijn schaamte over het verleden aan de kant te zetten en daarom wilde mijn vader niet naar de familiebarbecue komen. Ik begreep dat wel, maar als zijn zoon helemaal uit Nederland komt om hem te bezoeken, dan moet-ie wel met een beter verhaal aankomen dan dat. Ik zei, dat het tijd is om beslissingen te nemen. Zet die schaamte dan even aan de kant en doe gewoon je best. Ik heb de eerste stap genomen door naar Korea te komen.

De druk nam toe en Kuk liep tussendoor weg om even rustig tot tien te tellen. Ik bleef kalm, terwijl ik tegelijkertijd scherp oplette wat er tussen de Koreaanse gesprekken en de Engelse vertaling door allemaal gebeurde. Ik sloeg iedere gezichtsuitdrukking op en ik was vastbesloten om met meer thuis te komen dan alleen maar dat het te moeilijk was om het verleden te accepteren!

Gelukkig was Jae er ook, dus Sergey en Jae konden allebei tegelijkertijd praten, interpreteren en vertalen; ieder met hun eigen stijl. Dat was prettig.

Tot slot vroeg ik aan Hyon-Ju, wat zij van de situatie vond. Zij kent mijn broer Kuk immers beter dan ik en ik kreeg de indruk dat Kuk zich onbegrepen voelt, omdat hij geen liefde van zijn ouders heeft meegekregen en zijn vrouw wel. Ikke gelukkig ook, maar ik vertelde dat als het nog steeds zo moeilijk is om over het verleden te praten of na te denken, het zeker niet helpt om je gevoelens te onderdrukken. Als er iemand is, met wie hij kan praten, dan ben ik het misschien; tenslotte delen we hetzelfde verleden, alleen is het voor mij anders afgelopen dan voor hem.

Nou ja. Na een hoop emoties zijn hebben we uiteindelijk afscheid genomen. Het bleek dat er nog een tante is, die een zus is van mij inmiddels overleden Koreaanse moeder. Kuk heeft haar gebeld, omdat hij zei dat hij wel goed contact met haar had, maar nadat hij haar gesproken had, vertelde ze dat ze, hoewel ze zich mij kan herinneren, ze mij niet kent en het allemaal zo lang geleden is, dus dat ze mij liever niet wil ontmoeten.

Ik leg uit dat het niet de bedoeling was om haar onder druk te zetten, maar dat we slechts op zoek zijn naar een eerste contact. Pas als dat eerste contact goed uitpakt, kunnen we eventueel kijken of we haar kunnen ontmoeten, maar dat gaat nu dus niet meer. Ze vertelt ook dat haar man recentelijk is overleden en dat haar hoofd er niet echt naar staat. Kuk wist dit niet, dus zo goed is zijn contact ook weer niet met haar.

Als we afscheid nemen, vragen we Kuk of hij ons een lijst van telefoonnummers en/of adressen kan geven van de familie die nog leeft. We vragen hem nadrukkelijk niet om zijn oordeel over onze wens om in contact te treden met ze, maar gewoon de gegevens en dan proberen we zelf Рop onze eigen manier, met onze eigen diplomaat Рcontact met ze te krijgen. Kuk legt uit, dat voordat hij hun gegevens aan ons geeft, hij eerst toestemming wil vragen aan de betreffende familieleden. Daar stemmen we mee in. Ik hoop dat we er nog iets van horen. Als er nog maar ̩̩ familielid is dat zo enthousiast en warm is als Tante Glimlach, dan is de hele missie niet voor niets geweest.

Het is mooi geweest en we nemen afscheid van Kuk en zijn gezin.

Tot slot: Sergey heeft een fantastisch luxe-appartement, maar daarover de volgende keer meer. Het is zó laat en ik ben zó bekaf, dat ik eerst ga slapen; ik heb niet eens meer de moeite genomen om foto’s te maken. Als straks bij daglicht de boel er net zo mooi uitziet als vanavond bij nachtlicht, dan zul je versteld staan van de foto’s van zijn appartement en de bijzonder fraai verzorgde omgeving. Ik ga hem helemaal uithoren over hoe deze gebouwen er gekomen zijn, wie ze onderhoudt etc, etc. Sergey heeft trouwens internet en een draadloze router, maar hij vraagt of ik hem wil helpen met het installeren, want momenteel werkt het niet draadloos. Binnen tien minuten heb ik uitgedokterd hoe het moet, ondanks de Koreaanse interface van zijn draadloze router. Ook hier in Korea kunnen ze mijn kennis goed gebruiken!

Oei, het wordt alweer licht…

Ik zoek de Koreaanse wol op. Anyong haseyo!

3 Mei 2008 – We gaan naar Pusan

Vanmorgen was ik al om 07:00 wakker. We zouden om 12:00 naar Pusan vertrekken, maar door allerlei zaken waarop ik geen invloed heb, gingen we pas uiteindelijk om 14:30 naar Pusan. Ik werd een beetje moe van het niets-doen, dus ben ik even een stukje gaan wandelen en ik heb een aantal foto’s genomen van de omgeving waar mijn broer Kuk woont. Voor het archief.

Daarna hebben we de auto van Sergey en de auto van Kuk gewassen, want ze waren vies (?). Uiteindelijk zijn we dan vertrokken naar Pusan. Helaas had Sergey zijn navigatiesysteem ge-update naar een nieuwe versie, alleen had-ie eerst de oude versie verwijderd, zodat de update niet werkte en we zonder navigatiesysteem achter Kuk aan moesten rijden naar Pusan.

In Pusan aangekomen, zijn we eerst naar de vroegere buren van mijn (Koreaanse) opa en oma geweest. Opa en oma (van mijn vaders kant) hebben mijn broer Kuk opgevoed en de buren kennen Kuk nog van vroeger en mij ook. Helaas leven opa en oma niet meer.
Toen ik 18 werd, ontvingen mijn opa en oma een oproep voor mijn militaire dienst, omdat ik nog niet uit het systeem was gewist toen ik geadopteerd werd. Het waren lieve mensen en ze zagen er erg jong, flexibel en gelukkig uit. Dat deed me goed. Ze vertelden o.a. dat hun wijk binnenkort gesloopt zal worden en dat een grote projectontwikkelaar er nieuwe (mooiere) huizen gaat neerzetten. Sergey verzekerde mij dat ze voor een Koreaans prikje kunnen verhuizen naar hun nieuwe huis, dus dat ze erop vooruit zullen gaan. Met die gedachte troost ik mij.

Daarna hadden we een afspraak in een Koreaans barbecue-restaurant. Helaas konden slechts enkel de iets jongere broer van mijn Koreaanse vader komen (met vrouw en kind en kind van het kind) en de jongste zus (Tante Glimlach) van mijn Koreaanse vader.
Al met al was het toch een volle tafel en we hebben heerlijk gegeten.

Daarna zijn we met Kuk en zijn gezin nog even met Tante Glimlach meegegaan. Zij woont vlakbij de zee en we hebben lekker een stukje gewandeld. Daarna hebben we nog iets gedronken aan zee in een tent die Titanic heet. Om die naam moest ik zó lachen, dat ik er meteen een foto van heb genomen (ik wist niet dat we daar nog iets gingen drinken, maar ik vond het erg stoer om je tent Titanic te noemen; dan moet je wel lef hebben. En een ijzeren wil om je tent te laten slagen, ondanks de tegenslagen die je over je afroept als je je zaak Titanic noemt. Ok, ik dwaal af).

Daarna scheidden onze wegen. Kuk en zijn gezin gingen terug naar Yangsan, zodat ze vanavond lekker alleen kunnen slapen. Kees, Sergey en ik zijn per auto (nog steeds zonder navigatiesysteem!) door Pusan getrokken, waar we momenteel in een internetcafé de nieuwste versie van Sergey’s navigatiesysteem aan het ophalen zijn en ondertussen ben ik wat foto’s aan het uploaden en dit verhaaltje aan het schrijven. Het is ondertussen 22:00 geworden in Korea en Sergey’s vriend Jae kan ieder moment per trein aankomen op Station Pusan, om de hoek van ons internetcafé.

Daarna begint onze speurtocht naar een hotel. Het is erg druk met de vakantietijd en de meest voor de hand liggende hotels zijn allemaal bomvol. Dat is een slechte woordkeuze, want ook in Korea staat Veiligheid hoog in het vaandel. Maar goed. Ik dwaal weer af.

Ik zal blij zijn als ik vanavond lekker een kamer voor mijzelf alleen heb. Dat huis van Kuk was toch wel een beetje krap met vijf volwassenen en twee kinderen.

Leuk detail: de familie wil ons nog een keertje ontmoeten. Ik weet niet of dit enkel het tonen van diplomatieke interesse is, of dat ze het echt willen. Ik kon zo 1-2-3 niet iets bedenken, dus heb ik Sergey laten vertalen “don’t call us; we call you”. Op die manier kunnen we het nog even rustig bespreken 🙂

Van Tante Glimlach voel ik dat ze ons werkelijk nog een keer wil ontmoeten. Ze is een lief en warm mens en het klikte wel.